Spreekrecht tijdens de raadsvergadering

Tijdens de raadsvergaderingen kunt u gebruik maken van het spreekrecht. U kunt inspreken over onderwerpen die rechtstreeks op de agenda zijn geplaatst (aangegeven met '(R)'). Ook kunt u inspreken over een onderwerp dat niet op de agenda staat en niet kortgeleden in een raadscommissie en/of raadsvergadering aan de orde is geweest. Het is ook mogelijk een schriftelijke bijdrage in te dienen.

Elke inspreker mag maximaal 5 minuten spreken. De totale spreektijd voor alle insprekers samen is maximaal 30 minuten. 

Er kan niet worden ingesproken als...

  • ... het gaat over een besluit waar bezwaar of beroep tegen openstaat of heeft opengestaan bij de rechter.
  • ... het gaat om een benoeming, keuze, voordracht of aanbeveling van een persoon.
  • ... er op basis van artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht een klacht kan of kon worden ingediend.
  • ... het gaat om een 'motie vreemd aan de orde van de dag' (een motie over een onderwerp dat niet op de agenda staat).

We vinden het fijn als u het liefst één dag voor de vergadering laat weten dat u wilt inspreken en/of een schriftelijke bijdrage wilt indienen. U kunt hiervoor een mail sturen naar griffie@midden-groningen.nl. Geef daarbij uw naam, adres, telefoonnummer en het onderwerp waarover u wilt inspreken aan. U kunt ook bellen met de griffie via (0598) 37 36 67.

Spelregels

Het spreekrecht is bedoeld om u als inwoner de kans te geven kort en krachtig uw standpunt te laten delen met de raad. Daarvoor gelden in de raadsvergadering wel enkele spelregels:

  1. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volg­orde afwijken als dit in het belang is van de orde van de vergadering.
  2. De totale spreektijd voor alle burgers samen is 30 minuten. Het spreekrecht moet een belangrijke en nuttige bijdrage zijn, dit ter beoordeling van de voorzitter.
  3. Elke inspreker voert hoogstens 5 minuten het woord en stopt met spreken zodra de voor­zitter hem dat vraagt. In bijzondere gevallen, als de com­missie dat nodig vindt, kan langer dan 5 minuten worden ingesproken.
  4. De voorzitter mag in gevallen waarin hij van mening is dat de goede gang van zaken verstoord wordt, de spreektijd inkorten.
  5. De voorzitter kan de deelnemers aan een de vergadering toestaan aan de inspreker korte verhelderende vragen te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.
  6. Als een spreker beledigende woorden of gebaren, tegen wie dan ook, gebruikt, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen en na herhaling wordt hem het recht van spreken afgenomen.

Zie ook: Spreekrecht tijdens de raadscommissievergadering